De gevolgen van inflatie voor het arbeidsvoorwaardenbeleid
Gepubliceerd op 2022-04-21
Inflatie slaat de klok in het economisch nieuws. Mogelijk heeft u er als ondernemer ook mee te maken. Hogere inkoopkosten bijvoorbeeld. Als het gaat om energiematerialen. Maar ook arbeid kan duurder worden. Zeker als u arbeid inhuurt. Ook de eigen werknemers kunnen zich bij u melden met vragen rondom compensatie van bepaalde kosten, hogere vergoeding of zelfs loonsverhoging.
Welke oorzaken zijn te duiden voor de hoge inflatie in 2022? We zien in ieder geval een opeenstapeling van factoren die zich eind 2021 al aftekenden. Waar de Europese Centrale Bank het jarenlang met een enorme verruiming van de geldhoeveelheid niet lukte om de inflatie omhoog te stuwen richting een bescheiden 2%, begonnen wereldwijd de prijzen van grondstoffen en halffabricaten eind 2021 te stijgen. Het einde van de coronacrisis was in veel landen in zicht en de economieën begonnen weer op volle toeren te draaien. Wereldwijd steeg weer de vraag naar grondstoffen, maar als gevolg van de crisis waren zowel de voorraden als de productiemogelijkheden beperkt. Datzelfde gold voor de transportmogelijkheden, vooral die over zee. En bovenop deze ontwikkeling volgde de ramp van oorlog. De oorlog in Oekraïne heeft een enorme impact op de prijzen en dus op CPI. Door de grote afhankelijkheid van energie uit Rusland zijn deze prijzen enorm gestegen. Ook zijn Oekraïne en Rusland de graanschuren voor Europa. Bij graan denken we gelijk aan ons dagelijks brood, maar het gaat natuurlijk verder. Bij bijna elke maaltijd komt graan om de hoek kijken. Ontbijten met muesli, lunchen met brood en avondeten met een pastaschotel en om af te sluiten ons tussendoortje zoals een koekje of een cracker.
Rusland en Oekraïne zijn beide belangrijke exporteurs van graan en oliezaden. Beide belangrijk voor de dierenvoedingsindustrie. Dit heeft dus ook effect in de hele keten van voeding tot alles wat de mens nuttigt aan dierlijke producten.
Het is goed om op te merken dat inflatie weliswaar kan worden uitgedrukt in een getal wat het niveau van de inflatie aangeeft, maar dat het effect en de impact van inflatie voor een ieder een persoonlijke beleving is en dus verschillend kan uitwerken. Maar uiteindelijk gaan we allen de gevolgen merken in onze portemonnee. Als we bij de pomp staan of onze boodschappen halen, we kunnen niet om de prijsstijgingen heen. Helaas zal het ook hier waarschijnlijk neerkomen op een aloud, bekend gegeven, namelijk dat de sterke schouders meer kunnen dragen dan de economisch kwetsbare mensen. Vanuit dit perspectief moeten we er voor vrezen dat de hoge inflatie de tweedeling in de maatschappij verder zal versterken. Weliswaar zal de inflatie op een gegeven moment afremmen, maar dat zal waarschijnlijk niet leiden tot een daling van het alsdan bereikte prijspeil.
In het kader van arbeidsvoorwaardenbeleid rijst allereerst de vraag wat inflatie betekent voor de loonwens. Zullen de CAO-lonen stijgen omdat geld nu eenmaal minder waard is geworden? Zijn loonafspraken er immers niet voor om de inflatie te compenseren?
Compensatie via de cao is niet vanzelfsprekend. Vroeger gold er ook in Nederland een automatische prijscompensatie in de cao-lonen: wettelijk was bepaald dat de lonen met de inflatie mee zouden stijgen. Deze op het eerste gezicht sympathieke regeling had een belangrijk nadeel: zij joeg de inflatie alleen maar harder aan. Hogere lonen betekenden hogere kosten en dus hogere prijzen. Deze loon-prijsspiraal werd onbetaalbaar.
Tegenwoordig is de inflatie gewoon onderwerp van het overleg over de loonstijging. Hierin wordt bij elke cao weer onderhandeld tussen een werkgeversdelegatie en de vakbonden. Vanuit de RMU wordt de loonwens bepaald door de inflatie plus een loonstijging op te tellen. Het doel is ondanks de inflatie er toch nog iets op vooruit te gaan.
Het hanteren van de totale inflatie, dus inclusief de energieprijzen, als basis voor de loonontwikkeling lijkt uitgesloten. Dat zou in theorie resulteren tot loonsverhogingen van tegen de 10% per jaar. Dat is absoluut niet reëel. Tenminste: als we het ontstaan van een loon-prijsspiraal willen voorkomen. Die vicieuze cirkel van hogere lonen die tot hogere prijzen en dus weer tot hogere lonen leiden, vormt op termijn een heel ernstige bedreiging voor de economie.
Maar ook in het geval dat alleen de kerninflatie wordt gehanteerd als uitgangspunt voor de loonontwikkeling, dus zonder de energieprijzen daarin te betrekken, dan nog zou dat in theorie kunnen leiden tot forse loonsverhogingen die een loon-prijsspiraal in de hand werken. In dat scenario is koopkrachtherstel voor de werknemer een succes voor de korte termijn; op de langere termijn vormt het een bedreiging voor de hele economie.
De onzekerheden zijn groot. Daarbij komt dat veel bedrijven na de coronacrisis te maken hebben met een hele dunne vermogenspositie, waarbij men voorzichtig zal zijn als het gaat om de loonontwikkeling. Bovenop de mondiale instabiele economische situatie worden veel bedrijven de komende tijd geconfronteerd met terugbetaling van steunmaatregelen (volgens het UWV zal een substantieel deel van de ondernemingen die steun hebben ontvangen een deel daarvan moeten terugbetalen) en het voldoen van uitgestelde belastingen. Al deze factoren zijn met reden aanleiding om uit te blijven gaan van een voorzichtige loonontwikkeling waarbij niet altijd het volledige inflatiecijfer leidend kan zijn. Maatwerk zal uitgangspunt moeten zijn, juist in het belang van een gezonde ontwikkeling van de economie en de arbeidsmarkt.