RMU bestuurder Jan Kloosterman: 'Elke vakman verdient respect.'
Gepubliceerd op 2021-01-26
Afgelopen week stond in het teken van de avondklok, met als gevolg dat veel mensen de straat opgingen om hun frustratie te uiten door rellen. Veel gemeentes en wijken zijn hierdoor geraakt en de schade loopt op. Daarnaast krijgen ondernemingen met relschoppers te maken en uiteindelijk raakt het ook vakmensen. RMU bestuurder Jan Kloosterman: 'Elk vakman verdient respect, want als het goed is legt hij een stuk van zichzelf in zijn werk, om tot resultaat te komen.'
De RMU vindt het zorgelijk dat veel mensen niet meer fatsoenlijk en veilig hun werk kunnen doen. Dit geldt voor de mensen die werken bij de politie, maar ook voor mensen bij andere hulpdiensten en ondernemers. Jan Kloosterman: 'Zeker voor de mensen die werken bij de politie is dit onacceptabel, omdat zij onze veiligheid handhaven. Deze mensen staan vooraan om letterlijk de klappen op te vangen. Het werk dat zij doen is belangrijk, vergt bijzondere kwalificaties en gaat door, ook buiten de reguliere werktijden. En dat verdient respect.'
Relschoppen is onacceptabel, vindt ook Jan Kloosterman. 'Je mag het oneens zijn met de maatregelen die onze overheid neemt in het kader van deze coronacrisis. Het is grondwettelijk vastgelegd dat je daar ook iets van mag vinden: je mag je stem laten horen. Maar dat is absoluut wat anders dan spullen vernielen, mensen belagen en regels overtreden. Dan gebruik je middelen die niet geoorloofd zijn, om je mening te laten horen.'
Naast de vernieling die is aangericht, is er gebrek aan respect voor gezag. Jan Kloosterman: 'Met respect houd je grenzen in acht en eerbiedig je de regels. Respect hebben voor anderen is voor mij een uiting van het liefhebben van de naaste, ook als wij verschillen van mening.' Bij de RMU kunnen respect en liefde in één zin genoemd worden. Jan Kloosterman: 'Deze lijn vinden we ook terug in de Bijbel, in Romeinen 13. Daar worden onderwerping aan de overheid en naastenliefde in 1 hoofdstuk genoemd. Dit besef is nodig om goed te kunnen samenleven.'
Wat de RMU betreft mogen mensen zich ook expliciet uitspreken over het goede werk dat verricht wordt door de mensen die werken bij de politie. In 1 Timotheüs wordt er duidelijk gesproken over een overheid die de opdracht heeft om orde en rust te bewaken. Jan Kloosterman: 'Ik heb geen begrip voor de manier waarop de uitingen nu gedaan worden. Naar mate de maatregelen langer duren is het begrijpelijk dat mensen boos of teleurgesteld worden. Wij vinden het belangrijk om wel het gesprek aan te blijven gaan en naar elkaar te luisteren.'
Een buiging met respect en een gemeend dankjewel zijn daarom op zijn plaats wat de RMU betreft. Jan Kloosterman: 'Een groot gedeelte van de samenleving doet niet mee aan relschoppen, veel mensen staan achter de politie. Mijn oproep aan die mensen is: laat weten en duidelijk horen dat je respect hebt voor de politie en de burgemeesters. Burgemeesters zijn namelijk eindverantwoordelijk voor de orde en rust in publieke ruimtes.'