Belang van scholing | Overschat of onderschat?
Gepubliceerd op 2020-04-06
In Nederland worden kinderen relatief jong, op 12-jarige leeftijd, 'geselecteerd' voor welk middelbaar onderwijs ze gaan volgen. Daar zijn ook goede redenen voor: een gedifferentieerd voortgezet onderwijs speelt in op de verschillen tussen leerlingen. Voor een 'middenschool' voor alle leerlingen bestaat maatschappelijk weinig tot geen enthousiasme meer.
Bij vroege selectie is het wel van groot belang dat correcties mogelijk blijven. Laatbloeiers of leerlingen uit een achterstandsmilieu moeten de kans krijgen alsnog naar een hoger niveau over te stappen. De afgelopen decennia is de overstap van bijvoorbeeld mavo naar havo en vwo, steeds moeilijker gemaakt. Uit financiële overwegingen werden steeds meer drempels tussen de schooltypen opgeworpen.
Voor sommige leerlingen is meer praktijkgerichte route via vmbo en mbo geschikter, anderen zijn erbij gebaat om langer in de 'schoolse' omgeving van vmbo en havo of vwo te blijven. Alle routes naar boven moeten open blijven.
Met name de lager- en middelbaar opgeleide werknemers moeten bijblijven in hun vakgebied. Ook maakt bij- en herscholing het makkelijker om een overstap te maken naar een ander beroep. In dit verband pleit onder andere de RMU voor een leerrechtensysteem, waarbij iedere werknemer het recht heeft om gedurende zijn/haar loopbaan scholing te volgen (Bron: RMU Visie ’20).
De opleiding en ontwikkeling van personeel is belangrijk voor de medewerkers, maar die ontwikkeling moet ook passen bij de strategische doelen van de organisatie. Het gaat dus niet alleen om vergroten van de kennis, houding en vaardigheden die in een bepaalde functie nodig zijn, maar ook om de organisatie als geheel. Ook met het oog op duurzame inzetbaarheid van werknemers. Daarom is het van belang om met medewerkers in gesprek te blijven over hun ontwikkeling.
Conclusie
Wordt het belang van scholing over- of onderschat? Ik denk geen van beide. Het hoort er gewoon bij .
Iedereen in Nederland (maar ook elders in de westerse wereld) hoeft er niet meer van overtuigd te worden dat passende scholing van belang is voor een bloeiende economie. Het vormt een wezenlijk onderdeel voor de ontwikkeling en groei van bedrijven (en dus de werkgevers) en komt uiteindelijk ten goede van het welzijn van werknemers.
Daarvoor hoef je niet geschoold te zijn.