Consument bezorgd over effect inflatie op koopkracht en spaargeld
Gepubliceerd op 2022-01-31
We waren bijna vergeten dat het bestond: inflatie! Spaarders maken zich zorgen, koopkrachtplaatjes kleuren negatief. Blijft inflatie voorlopig de toon zetten?
In mijn jonge jaren verzamelde ik postzegels. Mijn favoriet was er een uit het Duitsland van de jaren 20 van de vorige eeuw. Een groen exemplaar met een waarde van 300 mark: de prijs voor het verzenden van een briefje. Maar nu komt het: eroverheen was een nieuwe waarde gestempeld: 250 tausend (250.000) Reichsmark! Helemaal hyper dus, die inflatie destijds. Mijn docent geschiedenis op de Driestar vertelde hoe Duitsers in die tijd letterlijk met een kruiwagen bankbiljetten boodschappen moesten doen. Het heeft jarenlang mijn beeld van het verschijnsel inflatie bepaald.
Zo erg is het bij ons gelukkig niet en wordt het in alle redelijkheid ook niet. Maar nadat er jarenlang met wisselend succes geprobeerd is de inflatie boven de 1 procent te houden (2 procent, het doel van de Europese Centrale Bank (ECB), is nooit gehaald), lijkt die ons nu wel te overspoelen. In de achterban leven daar vragen over, zo merken we bij de RMU. Spaargeld dat minder waard wordt, prijzen die stijgen, lonen en AOW die achterblijven: wordt rondkomen moeilijker? En aan de cao-tafels bloeit een oude vakbondsterm weer op: automatische prijscompensatie.
Ik denk dat veel erop wijst dat de inflatie voorlopig blijft. Bij de herleving van de economie uit de coronacrisis is de vraag naar grondstoffen enorm toegenomen terwijl de aanvoerlijnen stillagen. Van alle grondstoffen en halffabricaten (behalve ijzererts), van fossiele brandstoffen tot timmerhout, is de prijs over de kop gegaan. Vervoer per schip vanuit Azië kost het dubbele en komt moeizaam op gang. Geopolitieke spanningen en een toenemende behoefte zullen voorlopig een negatieve invloed op de energieprijs houden.
Ondertussen blijft de rente laag en door het ECB-opkoopprogramma van staatsobligaties is er een enorme hoeveelheid geld in de Europese economie aanwezig. Die stuwt de inflatie op. Onze regering doet ook een flinke duit in het zakje door de komende jaren veel geld uit te geven en de staatsschuld te laten stijgen met zo goed als gratis geleend geld.
En dan nog iets: onze economie heeft keihard arbeidskrachten nodig en die zijn er niet. Dit vergroot de kans op een flinke stijging van de prijs van arbeid: het loon. En hogere lonen leiden tot weer hogere prijzen. We kennen in Nederland weliswaar een cultuur van loonmatiging, maar het tekort aan arbeidskrachten gaat tot ongekende hoogten stijgen.
Uiteindelijk zal de inflatie wel afremmen. Maar dan zijn inmiddels alle prijzen op een permanent hoger prijspeil aanbeland. Nu voelt inflatie voor iedereen verschillend. Maar alle plaatjes laten zien dat de financieel kwetsbaren op de arbeidsmarkt en de alleenstaande ouderen het meest onder een hoger prijspeil zullen lijden. De regering doet er daarom verstandig aan de ontwikkeling van de inflatie nauwlettend te volgen en niet zeker als aanjager te fungereren.