Studiekostenbeding per augustus 2022
Gepubliceerd op 2022-07-11
Het arbeidsrecht staat nooit stil. Jaarlijks zijn er meerdere grote of kleine wijzigingen. Zo ook in augustus 2022. De ‘Wet transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ treedt dan in werking. De regels aangaande het studiekostenbeding, nevenwerkzaamheden en voorspelbare arbeidsvoorwaarden wijzigt.
In dit artikel ga ik in op de wijziging van een studiekostenbeding. Momenteel wordt er voor de meeste opleidingen die wegens werk gevolgd worden en door de werkgever betaald worden, een studiekostenbeding getekend. Hiermee verplicht de werknemer zich om binnen een bepaald termijn, bepaalde kosten terug te betalen mocht het dienstverband eindigen. In dit beding moet dan wel duidelijk zijn om welke opleiding het gaat, welke kosten ermee gemoeid zijn en om welke terugbetalingsregeling het gaat. In de terugbetalingsregeling moet een glijdende schaal aanwezig zijn. Hoe langer het dienstverband heeft voortgeduurd, hoe minder er terugbetaald hoeft te worden. De werkgever heeft er dan langere tijd profijt van gehad.
Per 1 augustus gaat dit wijzigen voor verplichte opleidingen. Als de CAO of de wet een opleiding verplicht, dienen de kosten volledig door de werkgever te worden betaald. De “onderwijstijd” dient dan gezien te worden als werktijd. Daarnaast ziet het op reiskosten, studiemateriaal en examengelden. Deze kosten mogen dan niet meer worden verrekend met, of worden ingehouden op het loon.
Niet elke opleiding valt onder deze nieuwe regeling. In de Memorie van Toelichting staat wat niet onder verplichte scholing wordt verstaan. Dit betreft “beroepsopleidingen of opleidingen die werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie, zolang de werkgever niet verplicht is deze aan te bieden aan de werknemer op grond van het Unierecht of het nationale recht of een collectieve overeenkomst”.
Wat als er dan toch een studiekostenbeding getekend wordt?Studiekostenbedingen die zien op het verhalen van kosten voor verplichte opleidingen worden dan als nietig beschouwd. Met andere woorden, deze bedingen worden dan geacht niet bestaan te hebben. Dit geldt ook in de situatie dat de werknemer de opleiding niet met een positief resultaat afrondt.