Terug naar Kennisbank

Voorzieningen WOR

Gepubliceerd op 2023-01-31

Een belangrijke faciliteit voor or's is de tijd die een or-lid mag besteden aan zijn or-werkzaamheden. Gemiddeld besteedt een or-lid 8,1 uur per week aan or-werk, terwijl hij maar voor 6,6 uur vrijgesteld wordt, blijkt uit een bron van ANP. Hoe werkt dit in de praktijk en waar heeft de ondernemingsraad recht op?

Voorzieningen

De ondernemer moet de or die voorzieningen ter beschikking stellen die de or nodig heeft om te kunnen functioneren (artikel 17 WOR). Daarnaast moet de ondernemer ook de verschillende commissies en de (eventuele) secretaris die de ondernemer aan de or ter beschikking heeft gesteld, die middelen verstrekken die nodig zijn.

De ondernemer stelt de ondernemingsraad en de commissies van die raad in staat de in de onderneming werkzame personen te raadplegen en stelt deze personen in de gelegenheid hieraan hun medewerking te verlenen, een en ander voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de vervulling van de taak van de raad en de commissies.

De voorzieningen die de ondernemer ter beschikking moet stellen, zijn bijvoorbeeld:

  • vergaderruimte
  • telefoon
  • kopieerapparaat
  • publicatiemogelijkheden
  • ondersteunende personen
  • recht op tijd

De ondernemer is verplicht om or-leden en commissieleden gedurende een vast aantal uren per jaar in de gelegenheid te stellen om – tijdens werktijd en met behoud van salaris – or- of commissiewerk te verrichten. Dit is niet alleen de tijd die is gemoeid met or-overleg, maar ook de tijd die is gemoeid met onderling beraad, overleg met andere personen en bijvoorbeeld met het onderzoeken van de arbeidsomstandigheden binnen de onderneming. Dit urenaantal moet minimaal 60 uur per jaar bedragen.

Recht op scholing

Naast een vast aantal uren per jaar voor or-werkzaamheden, moet de ondernemer de or-leden ook nog een aantal dagen per jaar in de gelegenheid stellen om tijdens werktijd en met behoud van loon te besteden aan scholing en vorming die verband houdt met de vervulling van hun taak (artikel 18).

Het minimaal aantal dagen is afhankelijk van de taken die de or- of commissieleden hebben:

  • minimaal 3 dagen per jaar voor leden van een vaste- of onderdeelcommissie die niet tevens or-lid zijn;
  • minimaal 5 dagen per jaar voor or-leden die geen lid zijn van een vaste- of onderdeelcommissie;
  • minimaal 8 dagen voor or-leden die ook lid zijn van een vaste- of onderdeelcommissie.

Als een ondernemer weigert om het minimaal aantal or-uren en/of het minimaal aantal scholingsdagen toe te kennen, dan kan de or de kantonrechter vragen om de ondernemer daartoe te dwingen.

Kosten or

De ‘normale’ kosten die de or moet maken voor de vervulling van zijn taak, moet de ondernemer betalen (artikel 22 WOR). Het gaat dan bijvoorbeeld om kosten voor het vergaderen, secretariaatskosten, reiskosten en kosten die moeten worden gemaakt voor de scholing en vorming van or- en commissieleden.
De ondernemer is in principe ook verplicht om de kosten van ingeschakelde deskundigen en de kosten van te voeren procedures te betalen. Daarvoor geldt wel dat de or de ondernemer vooraf moet informeren over de kosten die hij denkt te gaan maken. Informeert de or de ondernemer niet, dan is de ondernemer niet verplicht om die kosten te betalen.

Jaarbudget

De or en de ondernemer kunnen ook met elkaar afspreken dat de ondernemer jaarlijks een bepaald budget ter beschikking stelt, zodat de or dit naar eigen inzicht kan besteden. De or en de ondernemer kunnen met elkaar afspreken of de kosten voor het inhuren van een deskundige of voor het voeren van procedures wel of niet uit het budget betaald moeten worden.

Volg ons op Instagram voor inspiratie tijdens je koffiepauze.

Volg ons: rmu.nu