Gert: 'Er is maar één woord voor: onrechtvaardig.'
Vanaf de start van zijn loopbaan, meer dan 45 jaar geleden, heeft Gert diverse stappen gezet. Hij heeft zo een schat aan kennis en ervaring opgebouwd in de procesindustrie en zet zich daarmee volledig in voor zijn werkgever. Nog wel, want berekenend omgaan met wet- en regelgeving maakt hieraan binnenkort waarschijnlijk een einde.
Werkervaring
Gert is nog van de oude stempel en heeft in zijn arbeidzame leven niet stil gezeten. Ook niet op de momenten dat ziekte aan het thuisfront meer aandacht en inzet vroeg en hij diverse zaken moest combineren. Na de middelbare school is Gert als Kort Verband Vrijwilliger bij de Koninklijke Luchtmacht aan de slag gegaan. Naast zijn defensiebaan heeft hij toen een mbo-avondopleiding Analytische Chemie gevolgd. Met de combinatie van werkervaring en een mbo-diploma stapt hij na vijf jaar over naar het bedrijfsleven in een Commercieel Technische functie. Na ruim een jaar volgt de overstap naar een andere werkgever. Een verbetering qua baan en verantwoordelijkheden. Na 1990 wisselt Gert nog een enkele keer van werkgever.
Crisis
In de jaren direct na de eeuwwisseling werkt Gert bij een groot internationaal concern met vestigingen op diverse continenten. Hij kan daar zijn opgedane kennis en expertise goed kwijt. Tot volle tevredenheid van zijn werkgever. Maar dan ineens verandert alles. Gert: “De economische crisis sloeg bij ons echt in als een bom. In 2008 is in één ronde maar liefst 15 procent van het medewerkersbestand ontslagen. Ik mocht blijven. De crisis hield echter aan en eind 2009 volgde een tweede ronde van collectief ontslag. ” Er is sprake van een afvloeiingsregeling, maar kort na de aanzegging van de tweede ontslagronde valt ook voor Gert het doek en staat hij op straat. Gert: “Uiteraard ben ik meteen naar ander werk gaan zoeken en binnen drie maanden had ik gelukkig weer een passende baan. Helaas was dit van tijdelijke aard en na een jaar is mijn contract dan ook niet verlengd.” Vanaf dat moment is het eigenlijk een spannende periode geweest: “Ik heb gelukkig zes keer een halfjaar – of jaarcontract kunnen krijgen bij twee werkgevers. Maar tussen die banen in ben ik wel werkzoekend geweest.”
Ingeleverd
Begin 2019 heeft Gert nog werk, maar dat lijkt op een eind te lopen. Gert: “Met al die korte contracten is mijn inkomenszekerheid volledig op losse schroeven komen te staan. Ik heb nu een baan voor drie dagen op basis van wat ik onlangs nog verdiende. Dat is trouwens een stuk minder dan mijn baan tot voor de crisis. Ik heb dus aardig wat ingeleverd. Daarnaast blijkt nu dat ik slechts drie maanden aanspraak kan maken op een WW-uitkering voor het inkomen dat ik misloop doordat ik maar drie dagen werk heb.”
WW
Maar er is meer dat voor spanning en onzekerheid zorgt bij Gert: “Ik val net in de groep die na alle wetswijzigingen nu tot zijn 67e moet werken. Daardoor heb ik hoogstwaarschijnlijk een groot probleem op het moment dat mijn huidig contract per 1 juli a.s. niet verlengd wordt.” Gert legt dit uit: “In de oude regelingen rond de WW zou ik op basis van mijn arbeidsverleden van tientallen jaren werk een langere periode aanspraak kunnen maken op een WW-uitkering. In de huidige regeling wordt uitsluitend naar de laatste vijf jaar gekeken. Voor mij betekent dit nu concreet dat ik slechts drie maanden een aanvullende WW-uitkering kan krijgen. Ondanks mijn arbeidsverleden van meer dan 43 jaar. Hiervoor is geen enkele vangnetregeling beschikbaar, hoogstens misschien een algemene bijstandsuitkering. Na die drie maanden ben ik nog geen 67 jaar. Ik heb nog ruim twee jaar te overbruggen tot mijn pensioen. ”
Opeenvolgende contracten
Gert hoopt dat hij ook in de zomer en daarna nog werk heeft en zal zich daar zeker voor inzetten. De vraag is echter of iemand hem nog die laatste paar jaar tot zijn pensioen in dienst wil nemen. Gert: “Kijk, ik heb nu gelukkig nog werk voor drie dagen, maar wat ik om me heen zie en wat bij mij dus ook volop speelt, is dat er erg creatief met tijdelijke contracten wordt omgegaan door werkgevers.” Ter verduidelijking: “Ik had tot 2019 drie tijdelijke contracten gekregen. Nu is ook nog eens over zelfstandige groeps-BV’s geschoven met mijn contracten zodat mijn werkgever mij voor de wet niet in vaste dienst hoeft te nemen. Mijn werkgever is tevreden over me. Twee jaar lang functioneer ik naar behoren, maar nu ik wettelijk een vast contract zou moeten krijgen is er geen zicht op een vaste aanstelling.” Dat Gert hierover redelijk zeker is, komt ook doordat het bedrijf waar hij nu werkt fuseert met een ander bedrijf. Afdelingen gaan in elkaar op en dat betekent boventallig personeel. Gert: “Jongere collega’s krijgen dan toch de voorkeur als er gekozen moet worden. En als werknemer met een tijdelijk contract sta je direct al op 1-0 achter zodra er medewerkers moeten afvloeien.”
Omstandigheden
Gert heeft de laatste maanden heel wat mensen gesproken. Bij leeftijdgenoten is hij meerdere keren eenzelfde situatie tegen gekomen. Wat hem steekt is het ogenschijnlijke gemak waarmee mensen hun schouders ophalen. Als eerste bij het UWV waar hij in gesprekken ook gewezen heeft op de manier waarop personeel ‘rondgepompt wordt’ om maar geen vast contract te hoeven geven. Gert: “Misschien begrijpelijk vanuit een werkgever die ook met onzekerheid te kampen heeft en voorzichtig is in het aannemen van personeel, maar onbegrijpelijk dat er alle ruimte is om wet- en regelgeving creatief te omzeilen richting individuele medewerkers. Vanuit het UWV wordt beaamd dat dit zo werkt, maar dat dit niet anders is. Berekenend gedrag mag dus blijkbaar en wordt beloond.”
Privé-situatie
Moeilijker nog vindt Gert het dat mensen onvoldoende beseffen dat iemand in zijn situatie geen keuze heeft: “Het overkomt je en dan is het wrang als iemand min of meer zegt dat je in Nederland altijd nog wel geld krijgt. Of bijvoorbeeld dat iemand als ondernemer zegt ook geen WW te krijgen als hij geen werk meer heeft. Of nog erger: “Wie niet werkt zal ook niet eten”, of: “dan moet je maar ander werk zoeken”. Alsof dat dan wel te vinden is. In onze privé-situatie is het zo dat mijn vrouw geen inkomen kon en kan inbrengen door een hersenbloeding in 1998. Mede daardoor worden we ook nog eens genoodzaakt om dit jaar naar een mantelzorgwoning te verhuizen. Bij anderen hoor ik dat er nog een deelinkomen binnenkomt via een echtgenote, wat de redding vormt. Al lopen de oudere werknemers die ik ken hoe dan ook niet met hun problemen te koop.”
Aanvullend: “Ik ben bij leven en welzijn 70 jaar voordat mijn vrouw, die ruim drie jaar jonger is, en ik een volledige AOW ontvangen. Wij zitten de komende twee jaar waarschijnlijk zonder redelijke inkomsten. Het kan toch niet zo zijn dat er in onze samenleving onder oudere werknemers stille armoede ontstaat op het moment dat je aan het eind van je loopbaan (langdurig) werkloos wordt?” Er is voor Gert maar één passend woord voor: onrechtvaardig.
Gert is niet de enige die tegen de beschreven problematiek aanloopt. Hij beklemtoont dat het belangrijk is dat iedereen die zich herkent in zijn verhaal, hier werk van maakt. Via het UWV, maar Gert vindt het ook belangrijk dat de politiek hiervan weet. Hij heeft dit daarom onder de aandacht gebracht van de SGP in de hoop dat politici zich bewust zijn van wat er op dit punt speelt in de samenleving. Daarnaast heeft hij als trouw lid contact gelegd met de RMU. Zit u in vergelijkbare omstandigheden en heeft u vragen of opmerkingen over omstandigheden of zelfs misstanden die meldenswaard zijn? Neem contact met ons op. U bent niet voor niets lid van de RMU! |