in het diepe | Hugo en Laura
Gepubliceerd op 2024-05-28
Hoe zijn jullie bij verpleegkunde gekomen?
Hugo: Ik vond het menselijk lichaam altijd al wel interessant. Toen ik eenmaal een studiekeuze moest maken ben ik gaan kijken naar: wat vind ik nou echt leuk. De gezondheidszorg vond ik toen interessant. Zodoende ben ik verpleegkunde gaan doen.
Laura: Na de middelbare school ben ik de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen in Breda. Ruim 20 jaar geleden ben ik op de middelbare school gaan werken als docent Verzorging en Biologie. Dat heb ik zeven jaar gedaan en toen kwam er een vacature op het Hoornbeeck College in Goes. Toen was voor mij de stap heel mooi, omdat ik het docentschap en mijn vak als verpleegkundige kon combineren.
Hoe ziet het aanbod van buitenlandstages er op het Hoornbeeck College uit?
Laura: Het Hoornbeeck College heeft zes locaties. Bij alle locaties krijgen studenten de mogelijkheid om in Antwerpen stage te lopen bij een van de vier ziekenhuizen waar we contact mee hebben. We hebben ook plaatsen in bijvoorbeeld Oeganda of Israël. Maar dat zijn er veel minder. We raden studenten daarom aan om een stage in Antwerpen als tweede keuze op te geven, als die andere opties bezet zijn. Wat dat betreft is het voor ons best uniek, dat we zoveel stageplaatsen hebben in Antwerpen. Ze werken graag samen met het Hoornbeeck College. Ik denk omdat wij nog frontaal lesgeven, waardoor studenten best wat kennis hebben. Daarnaast komen veel studenten uit christelijke gezinnen, ze krijgen normen en waarden mee. Dat stellen instellingen zowel hier in Nederland als in het buitenland wel op prijs. Dat is heel mooi.
Waarom heb je voor een buitenlandstage gekozen?
Hugo: Met een internationale stage kan je gelijk een keuzedeel van je vierde jaar over internationalisering doen. Dat was voor mij wel een zwaarwegende reden. En een stukje persoonlijke ontwikkeling. Je woont een half jaar op jezelf, in een andere cultuur waar het anders gaat. Daarnaast werd er verteld dat je als verpleegkundige in opleiding in België meer mag dan in Nederland. Je krijgt meer leerkansen.
Hoe bereiden jullie studenten voor op een buitenlandstage?
Laura: De begeleiding voor een buitenlandse stage is veel intensiever vergeleken met die voor een stage in Nederland. Dat is ook wel nodig. Want je begeleidt niet alleen op weg naar stage maar je helpt studenten ook op weg met: hoe hou je je staande in het buitenland en wat komt daar allemaal bij kijken? Studenten moeten solliciteren, een motivatie hebben en er ook qua cijfers goed voor staan. De begeleiding doe ik samen met een collega. Wij zitten ook regelmatig in België en kennen de mensen daar goed. We weten goed wat studenten kunnen verwachten en tegenkomen.
Vooraf hebben we twee bijeenkomsten. Tijdens de eerste bijeenkomst krijgen de studenten een stagegids met allerlei voorbereidingen. En ze moeten ook een keuzedeel maken over internationalisering en werken in het buitenland. Daarvoor moeten ze zich oriënteren op de buitenlandstage. Maar ook op het land, de cultuur, kerk/religie, budget, reis en verblijf én de taal. Sommige woorden gebruiken ze in België bijvoorbeeld net anders. In de tweede bijeenkomst komen de studenten met vragen. Ze horen en zien veel van elkaar, dat is heel belangrijk. Deze bijeenkomst proberen we in Antwerpen te doen, zodat ze al iets proeven van het ziekenhuis en hoe het is daar. Dan mogen ze bijvoorbeeld voor het eerst uniformen passen. Dat vinden ze helemaal geweldig. Je moet het ook een beetje leuk maken.
Daarnaast proberen we studenten voor te bereiden op: hoe hou je je staande als christen. Met Kerst en Pasen mogen de studenten naar huis, maar hoe kan je de zondag doorbrengen of bijvoorbeeld catechisatie volgen? Daar geven we ze mogelijkheden voor. We bereiden ze ook voor op ethische kwesties. Euthanasie komt best wel veel voor. Soms word je door een student gebeld: ‘Ik mag bij een euthanasie zijn, wat vindt u daarvan? Ik ga dan niet zeggen wat ik ervan vind. Maar vanuit de Bijbel, vanuit onze standpunten, proberen we ze een richting uit te sturen waardoor ze een keuze maken waar ze zelf geen spijt van krijgen achteraf. Dat zijn best wel pittige dingen voor de student. Voor ons zijn dat geen verrassende vragen. We proberen dat in de voorbereiding ook al te benoemen. Hoe denk je erover, hoe vind je het om erbij te zijn, tot hoever wil je gaan? Daar proberen we ze in te helpen. Je merkt ook dat studenten daar echt gebruik van maken, ons bellen en mailen. Die drempel is laag, dat is heel mooi.
Hoe zag de begeleiding tijdens de stage eruit?
Hugo: In het begin werd je continu begeleid door een verpleegkundige op de afdeling om je goed wegwijs te maken. Naarmate de stage verstreek en je liet zien dat je behendiger werd en meer verantwoordelijkheid aankon, lieten ze je meer los.
Laura: Als een student een week stageloopt, ga ik er al naartoe. Dan spreek ik de student een half uur. Hoe is het, wat is je eerste indruk? Dat is echt wel nodig. Dat waarderen ze ook. Het is toch best pittig. Dan probeer je ze een beetje op weg te helpen. Nog eens even de opdrachten bespreken bijvoorbeeld. Na die eerste keer ga ik nog een aantal keer naar Antwerpen.
Hoe land je in een nieuwe omgeving?
Hugo: In het begin was het wel wennen. Zeker de omgangsvormen, die zijn toch wel iets anders. Aan de taal moest ik ook wennen. En het op jezelf wonen. Je hebt ineens zelf de verantwoordelijkheid. Dat is leuk, maar het brengt ook uitdagingen met zich mee. Wat daarin hielp was het contact met studiegenoten die ook in Antwerpen stageliepen. Ik woonde met nog twee andere studiegenoten uit mijn klas en ook van andere Hoornbeeck-locaties waren er studenten in Antwerpen. Met elkaar praten over wat je allemaal meemaakt hielp wel. En je ging niet onvoorbereid op stage, dus het was niet dat je ineens voor allemaal verrassingen kwam te staan.
Laura: Ze lachen en ze huilen samen. Ze hebben altijd ook wel een keer een dip. Dat ze denken: waar ben ik aan begonnen, heb ik dit eigenlijk wel gewild? Meestal in de eerste paar weken. Maar daar komen ze eigenlijk allemaal wel overheen. Ze hebben elkaar ook. Doordat je die voorbereiding hebt met studenten van de verschillende locaties die ook in de verschillende ziekenhuizen in Antwerpen gaan stagelopen, hebben ze de contacten onderling en helpen ze elkaar. Dat is heel mooi.
Wat heb je geleerd van je stage?
Hugo: Ik stond op de afdeling neurochirurgie & MKA, dat is de mond-kaak-aangezichtsheelkunde. Het is een hele intensieve afdeling, er worden echt grote operaties gedaan. Er is ook een medium care en een stroke unit, dus het is een hele acute afdeling. Vooral technisch heb ik heel veel geleerd. Maar ook een stukje psycho-sociaal: hoe ga je om met zwaar lijden? Mensen die ernstig ziek zijn, hun familie of bijvoorbeeld jonge mensen die een groot ongeluk hebben meegemaakt en verlamd door het leven moeten.
Daarnaast werkte ik in een heel multicultureel team, dus ik kwam met veel andere geloven in aanraking. Ik kreeg wel veel vragen. Maar ze waren altijd geïnteresseerd in waarom ik bijvoorbeeld bepaalde dingen wel of niet deed. Daar heb ik heel veel van geleerd. Ook hoe mensen vanuit andere culturen naar lijden kijken bijvoorbeeld. Dat is waardevol om te zien, omdat je dan ook weet hoe je ermee om kan gaan.
Wat leren jullie van elkaar als stagebegeleider en student?
Hugo: Je moet heel veel regelen, zoals bijvoorbeeld een Erasmusbeurs. Daar heeft Laura in gecoacht. Daarnaast kwam ze een paar keer in Antwerpen langs om te kijken hoe het ging en gaf ze feedback. Laura was iemand die me soms een zinnige schop onder de kont gaf. Ik had dat wel nodig soms.
Laura: Hugo is heel erg leergierig. Hij stond op neurochirurgie. Dat is een van de pittigste afdelingen. Als hij lastige dingen tegenkwam dan zocht hij de theorie en vaardigheden daarvoor op. Hij werd ook in zijn leergierigheid voorzien, hij mocht veel. Daardoor heeft hij heel veel uit zijn stage gehaald. Het is heel mooi als je dat ziet bij een student.
Wat is de meerwaarde van een buitenlandstage?
Hugo: Ik denk voornamelijk dat het zo open en toegankelijk is voor studenten. Als je geïnteresseerd bent en je wil het zien, dan mag je het zien. Daarnaast dat je zelfstandig bent in het buitenland. Dat vormt je wel. Je moet jezelf zien te redden. En je komt in een hele multiculturele samenleving. Je wordt wel een beetje in het diepe gegooid, daar leer je veel van!
Laura: Je mag veel opdrachten en verpleegtechnische handelingen aftekenen in België, meer dan in Nederland. En je ziet dat studenten zich ontwikkelen. Ze zijn na afloop van de stage zelfstandiger in hun denken en handelen, want ze hebben zelf beslissingen moeten nemen. Dan zie je echt wel een stukje groei naar de volwassenheid wat toeneemt mede door de buitenlandstage. Dat is heel mooi. Ik zeg ook altijd: zorg dat je op tijd naar huis gaat voordat je weer naar school gaat. Want jij vindt thuis heel erg veranderd, maar thuis vinden ze jou ook heel erg veranderd. Je moet echt weer even acclimatiseren.
Wat is jouw ervaring met stagelopen in het buitenland?
Laura: Vorig jaar hebben we voor het eerst een docentstage gehad in het ziekenhuis. Van elke Hoornbeeck-locatie mocht er een docent mee om een aantal dagen stage te lopen in het ziekenhuis in Antwerpen. Er waren veel collega’s die zich daarvoor aanmeldden en wel een paar dagen wilde ervaren: wat ervaart een student nou, wat kan ik mijn studenten meegeven over de meerwaarde van een buitenlandstage? Bij een studente uit Rotterdam heeft toen haar docent bijvoorbeeld een paar dagen meegelopen. De studenten hebben ons ook een rondleiding door Antwerpen gegeven. Wij hebben in ons verpleegkundepakje rondgelopen als docenten. Dat vonden collega’s wel heel leuk, het geeft een stukje extra betrokkenheid.
Zou je nog een keer in het buitenland stage willen lopen?
Hugo: Ik heb nog geen stagegelopen in een Nederlands ziekenhuis. Ik denk dat het, voordat ik afstudeer, wel raadzaam is om te weten hoe het in een Nederlands ziekenhuis werkt. Daarom denk ik niet dat ik volgend jaar nog een internationale stage wil doen. Maar dat zou de enige reden zijn, want voor mijn ervaring zou ik het sowieso doen.
Heb je al een idee wat je na verpleegkunde wil doen?
Hugo: Ik wil hierna graag geneeskunde gaan doen. Dat lijkt me heel interessant. Bij verpleegkunde denk je ver na, maar je hoeft zelf geen diagnose te stellen. Daarin mis ik soms een stukje diepgang.