Laura Bor: ‘Palliatieve zorg is mooi om te verlenen, je kunt mensen echt helpen’
Gepubliceerd op 2022-07-07
‘Zorgen voor zieke mensen’ dat is de diepste motivatie voor Laura Bor (23) om haar werk in het ziekenhuis te doen. Ze doet dat dan ook met veel plezier en toewijding.
Laura: ‘Na mijn middelbare school ben ik HBO Verpleegkunde gaan doen. Ik heb er nog een tijdje over nagedacht om iets met voeding te gaan doen, maar daar heb ik vanaf gezien. Ik werk nu als verpleegkundige op de afdelingen vaatchirurgie en algemene chirurgie.’
Wat is precies het verschil?
‘Op de vaatchirurgie heb je mensen die specifieke problemen hebben met hun bloedvaten. Denk bijvoorbeeld aan mensen die dotterbehandelingen krijgen, mensen met wonden die niet dicht gaan (dat kan komen door slechte doorbloeding) of patiënten die bijvoorbeeld een amputatie hebben moeten ondergaan, omdat hun bloedvaten dichtzaten. Op onze afdeling geven we dan de zorg voor en na de operatie. De algemene chirurgie is breder, daar liggen bijvoorbeeld mensen met een blinde darm ontsteking.’
‘Palliatieve zorg is mooie zorg om te verlenen, rond een sterfbed hangt vaak een gemoedelijke sfeer’
Het thema van dit magazine is zorg rond het levenseinde. Op welke manier kom jij in aanraking met het levenseinde in je werk?
‘Ik maak dat zelf vooral mee met patiënten op de vaatchirurgie. Als je geopereerd bent aan je vaten, ben je heel kwetsbaar. Als je bijvoorbeeld een amputatie hebt moeten ondergaan en je krijgt een ontsteking, kan het heel snel gaan. Mensen blijven dan bij ons op de afdeling en wij verlenen ze palliatieve zorg, ofwel zorg in voorbereiding op het sterven.’
Wanneer begin je met palliatieve zorg?
‘In het ziekenhuis zijn daar eigenlijk heel duidelijke kaders voor. De palliatieve zorg begint als er geen behandelopties meer zijn of de patiënt beslist de behandelopties niet meer te benutten. Het palliatief team wordt dan ingeschakeld en er wordt een plan opgesteld voor medicatie. Het doel daarvan is dat de patiënt zo comfortabel mogelijk is. We proberen er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de patiënt zo min mogelijk pijn heeft, niet benauwd is of niet verward raakt. Als verpleegkundige houd ik dan, vaak samen met de behandelend arts, een familiegesprek. Daarin bespreken we dat de patiënt niet meer behandeld kan worden en proberen we de familie ook voor te bereiden op het bericht dat hun geliefde gaat sterven. Soms kan ook een reden voor palliatief beleid zijn dat de patiënt zelf geen behandeling meer wil, ook als dat nog wel mogelijk is. Dit zijn moeilijke beslissingen. Als je echt veel pijn hebt en je hebt niet echt meer iets of iemand voor wie je in leven wilt blijven, kan dit een keuze zijn.’
Hoe ervaar jij het om palliatieve zorg te verlenen?
Laura denkt even na. ‘Dit klinkt misschien een beetje gek, maar ik vind het mooie zorg om te verlenen. Rond een sterfbed hangt vaak een gemoedelijke sfeer. De familie probeert het voor hun geliefde nog zo fijn mogelijk te laten zijn. Je kunt stervende mensen ook heel direct helpen door hun pijn te verlichten. En je werkt heel nauw samen met de familie, dat vind ik ook mooi om te doen. Het is op een bepaalde manier best intiem, je kunt goed voor mensen zorgen.’
Merk je een verschil tussen het sterfbed van een christelijke en een niet-christelijke patiënt?
‘Ik heb maar heel weinig christelijke patiënten. Maar het is best wel afhankelijk van het geestelijk leven van iemand. Er kan veel rust zijn, maar ook angst. Eigenlijk is er niet altijd een duidelijk verschil aan te wijzen.’
Heb je ook patiënten met andere religieuze achtergronden?
‘Ja, waar ik werk zijn er veel mensen van Turkse of Marokkaanse afkomst. Over het algemeen zijn zij islamitisch. Er zijn ook wel patiënten die afkomstig zijn uit India. Moslims kijken overigens heel anders tegen palliatieve zorg aan dan seculiere mensen en ook anders dan christenen. In het ziekenhuis werk je eigenlijk met drie codes, A, B en C. Code A betekent dat je alle mogelijke zorg verleent, dus: reanimeren, opereren als het nodig is, ook spoedoperaties en een Intensive Care (IC) opname zijn dan mogelijk. Code B houdt in dat je niet meer reanimeert, maar wel dat je bijvoorbeeld nog op de IC opgenomen kan worden. Code C is eigenlijk het palliatieve beleid. Je gaat iemand dan niet meer behandelen, maar zorgt dat hij of zij comfortabel kan overlijden. Een patiënt mag dan bijvoorbeeld een wensdieet kiezen. Moslims mogen eigenlijk nooit kiezen voor code C, omdat ze geloven dat palliatief beleid gelijk staat aan het kiezen voor je eigen dood. Dat is verboden in de islam.’
Dat lijkt me heel lastig, hoe ga je daarmee om?
‘Het kan soms heel ingewikkelde situaties opleveren. Naasten kunnen moeilijk afscheid nemen van hun geliefden en willen daarom niet over gaan naar palliatieve zorg. Je kunt dan bijvoorbeeld maar beperkt pijnverlichtende medicatie toedienen. Het niet over gaan naar code C betekent ook dat een patiënt bijvoorbeeld nog steeds sondevoeding moet krijgen, terwijl het lichaam het niet meer opneemt. Je hebt dan veel discussies met de familie en het kan nare situaties opleveren. Ingewikkeld is ook dat je als arts niet mag kiezen voor code C, ook als het beter is voor de patiënt. Een arts mag wel besluiten om op medische gronden over te gaan naar code B. Dit is op grond van de eed die je als arts aflegt;je belooft dat je de beste kwaliteit van zorg verleent. Gelukkig is er wel hulp in het ziekenhuis voor dit soort situaties. Zo kun je de hulp inroepen van een geestelijk verzorger, die het gesprek met de familie kan begeleiden. Er is ook een ethische commissie in het ziekenhuis waaraan je dit soort kwesties kan voorleggen. Zij geven dan een advies over wat je kunt doen in een dergelijke situatie. Uiteindelijk respecteer je toch wel vaak de wens van de familie, maar probeer je het wel dragelijk te maken voor de patiënt. In de gesprekken kun je ook wel bepaalde technieken toepassen die helpen om inzicht te geven aan de familie over de toestand van de patiënt. Bijvoorbeeld benadrukken welke behandelingen al gegeven zijn of aangeven dat de slagingskans van een behandeling klein is.’
‘Het leven is waardevol, daar houd ik mij aan vast’
Wat is voor jou goede palliatieve zorg?
‘Ik heb in mijn opleiding sterk meegekregen dat je de patiënt zo comfortabel mogelijk moet laten zijn. Daar sta ik helemaal achter. Tegelijkertijd vind ik ook dat je niet te snel te veel medicatie moet geven. Het leven is waardevol, daar houd ik mij aan vast. Verder ben ik heel blij met de ethische hulp die er in het ziekenhuis is rond het verlenen van palliatieve zorg, zoals de ethische commissie en de geestelijk verzorgers en maatschappelijk werkers. Als advies aan andere verpleegkundigen zou ik dan ook meegeven dat ze echt gebruik van moeten maken van deze hulp. Verder is het belangrijk om veel te overleggen over het proces en goed voor jezelf te weten waar je grenzen liggen.’
Beeld: Judith Leroy Fotografie