Ons verhaal
1983 was een roerige tijd. Het land werd overstelpt door werkonderbrekingen, stiptheidsacties en stakingen. Juist ook bij de politie werd er gestaakt. En dat was iets wat voor veel mensen een stap te ver ging. Deze mensen konden principieel niet instemmen met het stakingswapen als breekijzer. Maar een alternatief voor het staken was er niet.
"Staken was voor veel mensen een stap te ver"
De stakingen bij de ambtenaren geeft net dat duwtje in de rug om na te denken over een vakorganisatie voor de gereformeerde gezindte. De heer L.J. Ruijgrok woont als economisch redacteur bij het Reformatorisch Dagblad in die tijd meerdere malen een persconferentie bij van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. Terugkijkend stelt hij: “Hoewel ik best begreep dat beide organisaties de eigen belangen benadrukten, leken mij de argumenten van de werkgevers veel sterker wanneer zij bij het jaarlijkse cao-overleg pleitten voor een gematigde loonontwikkeling. Zij onderbouwden hun opstelling door te wijzen op de dalende winstcijfers, de sterke groei van het aantal faillissementen en de groeiende werkloosheid.” Maar deze standpunten en manier van argumenten maakt dat werknemers steeds vaker kiezen voor het stakingswapen. Het idee van oprichten van een eigen organisatie groeit.
Maar een lidmaatschap van een vakbond was binnen de gereformeerde gezindte niet vanzelfsprekend. Sommige kerken stonden er afwijzend tegenover, terwijl er in sommige streken van het land een groot aantal arbeiders lid is van een vakbond.
"Er moet bezinning komen op arbeidsvraagstukken"
De rol van het RD bij de oprichting van de RMU moet wel gemeld worden. In de loop van de jaren ontwikkelt het RD zich tot broednest voor ideeën uit de achterban. Ruijgrok gaat aan de slag met ideeën die her en der zijn ontstaan. Hij interviewt in 1979 een aantal mensen in de gereformeerde gezindte. Zij vinden dat er meer bezinning moet komen op arbeidsvraagstukken. Hoe dat moet, daar zijn ze het niet over eens. Naar aanleiding van de interviews wordt onder RD-lezers een enquête gehouden. Dat levert veel ideeën en suggesties op. Driekwart van de respondenten kiest voor een eigen organisatie. Dat er een vervolg komt, is duidelijk. Er volgt een studieconferentie in 1980, maar daarna blijft het stil…
Stil tot de uitbarstingen op het werkveld in 1983. Het kabinet wil een trend zetten in de loonontwikkeling en tegelijk het overheidstekort helpen terugdringen. Een van de manieren is om de ambtenarensalarissen te korten met 3,5 procent. Dat is geen goed idee, vinden de vakbonden. Overal worden acties voorbereid en de sfeer is grimmig. Veel christenen voelen zich niet gehoord en niet thuis bij de vakbonden.
"Veel christenen voelen zich niet gehoord"
Eind oktober staat er in het RD een oproepje waar politiemensen die niet met de acties willen meedoen wordt gevraagd zich te melden. Een RD-journalist interviewt hen. Een bijzonder gesprek volgt. Vijf mensen die elkaar nog nooit hebben ontmoet, maar met dezelfde vragen en problemen komen. Ze denken dat het een eenmalige ontmoeting is, maar dat pakt anders uit.
Op 10 november 1983 plaatst Ruijgrok een oproep in de krant waar mensen zich middels een simpel ‘ja’ op kunnen geven voor een eigen organisatie. Diezelfde avond wordt er door de politiemensen vergaderd en besluit men tot een initiatiefgroep te komen. Duidelijk wordt dat de op te richten organisatie zich in grondslag, structuur en doelstelling moet onderscheiden van andere vakbonden. Ook moet duidelijk blijken dat er geen sprake is van een bond en dat werknemers en werkgevers samen willen werken. Bij het RD vindt op 12 december 1983 op de kamer van de hoofdredactie een historische bijeenkomst plaats: de Reformatorisch Maatschappelijke Unie wordt opgericht.
De RMU is een feit. Maar in de eigen achterban en in vakbondland zijn de meningen verdeeld. De RMU neemt een bijzondere plaats in door de visie op de verhouding tussen werkgevers en werknemers, maar ook omdat alle kerkelijke denominaties welkom zijn als lid.
"De RMU neemt een bijzondere plaats in door de visie op verhouding tussen werkgevers en werknemers"
Het voorlopige bestuur heeft genoeg werk te doen. Werkzaamheden worden voorbereid en mensen gezocht om het bestuur te bezetten. De eerste personeelsleden worden aangenomen en her en der in het land worden afdelingen opgericht. Dankzij de inzet van bestuursleden, sectoren, afdelingen en medewerkers groeit de RMU uit tot een volwassen organisatie.
Doelstellingen van de RMU – Toen en nu
- Bezinning
De vraag hoe God wil dat wij in het maatschappelijk leven handelen staat centraal. De RMU denkt hier over na door aandacht te geven aan verschillende thema’s zoals bijvoorbeeld zondagsrust en medezeggenschap. In het ledenmagazine RMU.NU en tijdens bijeenkomsten komen veel onderwerpen aan de orde. We spreken graag samen met leden over standpunten over (maatschappelijke) vraagstukken.
- Samenwerking
De RMU wil de samenwerking tussen werknemers en werkgevers bevorderen. Dat is een bijzonder standpunt. De samenwerking wordt op de proef gesteld als er sprake is van verstoorde arbeidsverhoudingen. Veel van deze conflicten kunnen opgelost worden in harmonie. De RMU neemt de taak en functie als maatschappelijke organisatie daarin serieus.
- Belangenbehartiging
De RMU is actief bij het opkomen van (principiële) belangen. Belangrijke onderwerpen die aan de orde komen zijn bijvoorbeeld medezeggenschap en zondagsarbeid. Standpunten van de RMU worden gevormd in een jaarlijkse uitgave van de Nota Arbeidsvoorwaarden.
- Dienstverlening
In de regel gaat de aandacht naar praktische zaken zoals ontslag, ziekte en cao-vragen. Maar altijd is er oog voor de principiële kant. Leden ontvangen bijstand en een luisterend oor. Informatie wordt gegeven via bijeenkomsten die meestal georganiseerd worden door sectoren. Het ledenmagazine RMU•NU biedt ook veel (juridische) informatie.